Standaard bouwlaagonderdelen

Commando

Locatie

Sneltoets

Organisatie

Extra

Ctrl+Shift+O (Windows)

Cmd+Shift+O (Mac)

De beschikbare onderdelen voor bouwlagen worden bepaald door de lijst met standaard bouwlaagonderdelen. Een bouwlaagonderdeel kan worden gebruikt als een mogelijke grens voor objecten op de bouwlaag (zoals muren, platen, enz.) of in de bouwlaag erboven of eronder. U kunt voorgedefinieerde onderdelen selecteren bij het aanmaken van een bouwlaag. Indien u voor een project echter specifieke onderdeeltypes nodig heeft, kunt u onderdelen op maat creëren of de instellingen van een standaard bouwlaagonderdeel bewerken. Doe dit voordat u de bouwlagen aanmaakt.

Eén van die bewerkbare instellingen is het peil van het onderdeel ten opzichte van de bouwlaag; de waarde die u hiervoor opgeeft wordt uitgezet vanaf het peil van de bouwlaag waartoe het onderdeel behoort.

De onderdeeltypes die u op deze manier definieert, kunt u nadien gebruiken bij het creëren van bouwlagen. Naast hun functie als hoogtereferentie bieden bouwlaagonderdelen de mogelijkheid om gekoppeld te worden aan lagen die tekenobjecten zoals meubelen, muren, ramen, enz. bevatten.

Om standaard bouwlaagonderdelen te creëren of te bewerken:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Organisatie’ wordt geopend (zie Dialoogvenster ‘Organisatie’).

Ga naar het tabblad Bouwlagen.

Klik op de knop Standaard onderdelen.

Het dialoogvenster ‘Standaard onderdelen’ wordt geopend. Hierin staan de beschikbare standaard onderdelen, alsook het peil (hoogte ten opzichte van de bouwlaag) en de gekoppelde ontwerplaag van elk onderdeeltype.

Klik op Nieuw om een nieuw standaard bouwlaagonderdeel te creëren of op Bewerk om een bestaand bouwlaagonderdeel aan te passen.

Afhankelijk van uw keuze, zal het dialoogvenster ‘Nieuw standaard onderdeel’ of ‘Bewerk standaard onderdeel’ geopend worden.

Klik om de velden te tonen/te verbergen.Klik om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Onderdeeltype

Selecteer een onderdeeltype uit de lijst van standaard onderdelen. Hier vindt u verschillende voorgedefinieerde onderdeeltypes zoals Vloeren, Muren en Plafond. Om een onderdeeltype op maat te creëren, selecteert u de optie ‘Nieuw’ uit de lijst Onderdeeltype.

Het dialoogvenster ‘Nieuw onderdeeltype’ wordt geopend. Geef een naam op voor het nieuwe onderdeeltype.

Peil

Geef de hoogte op van het onderdeel ten opzichte van de bouwlaag.

Creëer ontwerplaag

Vink deze optie aan om een ontwerplaag te creëren die gekoppeld is aan dit standaard onderdeel. Als een onderdeel enkel wordt gebruikt als een hoogtereferentie voor begrensde objecten, is het niet nodig om er een ontwerplaag aan te koppelen.

Wanneer een gekoppelde ontwerplaag niet langer nodig is en de optie Creëer ontwerplaag uitgevinkt is, verschijnt er een waarschuwing. Selecteer Ja om de ontwerplaag te verwijderen of Neen om de ontwerplaag in het bestand te behouden maar los te koppelen van het bouwlaagonderdeel.

Naam

Geef een naam op voor de gekoppelde ontwerplaag. Deze naam wordt gebruikt met een bouwlaagspecifiek voor- en achtervoegsel om de werkelijke naam van de ontwerplaag samen te stellen.

Schaal

Klik op de knop Schaal om de schaal voor de gekoppelde ontwerplaag in te stellen; zie Schaal van de ontwerplaag

Muurhoogte

Stel de standaardhoogte in voor muren en kolommen die behoren tot de gekoppelde ontwerplaag. Het object moet zo zijn ingesteld dat het de hoogte van de muur gebruikt.

Gebruik Niveaubemating

Met deze optie wordt een niveaubemating ingevoegd als het onderdeel weergegeven wordt in zichtvensters. Als deze optie geselecteerd is, kunt u de optie Zonder stijl gebruiken, of in de hulpbronnenkiezer een bematingstijl kiezen om te gebruiken. Zie Niveaubematingen en bouwlagen.

Wanneer het standaard bouwlaagonderdeel naar wens is ingesteld, klikt u op OK om terug te keren naar het dialoogvenster ‘Standaard onderdelen’.

Zodra de lijst met standaard bouwlaagonderdelen volledig is, klikt u op OK om terug te keren naar het dialoogvenster ‘Organisatie’.

Hier kunt u vervolgens de bouwlagen creëren. De bouwlagen zullen de opgegeven standaardinformatie gebruiken om de onderdelen te creëren die aan de bouwlagen zijn toegewezen.

Onderdeeltypes beheren

Commando

Locatie

Sneltoets

Organisatie

Extra

Ctrl+Shift+O (Windows)

Cmd+Shift+O (Mac)

U kunt de beschikbare bouwlaagonderdelen beheren via het Organisatievenster.

Om de beschikbare onderdeeltypes te beheren:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Organisatie’ wordt geopend (zie Dialoogvenster ‘Organisatie’).

Ga naar het tabblad Bouwlagen.

Klik op de knop Onderdeeltypes.

Het gelijknamige dialoogvenster wordt geopend. Bepaal hier welke onderdeeltypes standaard beschikbaar zijn bij het creëren van bouwlagen.

Klik om de velden te tonen/te verbergen.Klik om de velden te tonen/te verbergen.

Veld

Omschrijving

Naam

Dit is de lijst met alle standaard onderdeeltypes.

Nieuw

Klik op Nieuw om een nieuw onderdeeltype te creëren via het dialoogvenster dat verschijnt.

Bewerk

Klik op Bewerk om de naam van het geselecteerde onderdeeltype te bewerken in het dialoogvenster dat verschijnt.

Verwijder

Klik op Verwijder om het geselecteerde onderdeeltype te verwijderen.

Bouwlagen creëren en beheren

Concept: Bouwlagen en objecten volgens bouwlaag

Workflow: Een model opbouwen met bouwlagen

3D-model opmaken met bouwlagen

Standaardnamen gebruiken